Wat is jouw leeftijd?
Wij zijn wettelijk verplicht dit te vragen. Je antwoordt anoniem.
Bedankt voor jouw eerlijkheid!
Door antwoord te geven, geef je toestemming voor het gebruik van cookies. Lees er meer over in onze privacyverklaring.
Hartelijk welkom!
Wat is jouw leeftijd?
Wij zijn wettelijk verplicht dit te vragen. Je antwoordt anoniem.
Bedankt voor jouw eerlijkheid!
Door antwoord te geven, geef je toestemming voor het gebruik van cookies. Lees er meer over in onze privacyverklaring.
Miezemauzen is een van oorsprong Duits kaartspel dat vooral voor de Tweede Wereldoorlog populair was. Het kaartspel wordt ook wel Miezelen genoemd. Het spel is simpel in opzet en daardoor makkelijk aan te leren. Toch komt er ook zeker een stukje strategie bij kijken, wat ervoor zorgt dat winnen wel een stukje ervaring vereist.
Het ouderwetse kaartspel Miezemauzen, of miezelen heeft door het land vele varianten omdat het eigenlijk geen gescreven spelregels heeft. We leggen de meestgespeelde variant voor je uit.
Inhoud:
Miezemauzen wordt gespeeld met twee tot ten hoogste 5 spelers en een spel van 32 kaarten. Kaarten 1 tot 6 doen niet mee. De volgorde van de kaarten is normaal, dus Aas, Heer, Vrouw, enz.
Iedere speler begint met 25 punten. De speler moet in elk spel minstens één slag maken, zodat de speler 1 punt kan aftrekken. Als je geen slag haalt, krijg je 5 strafpunten. Degene die het eerst al zijn punten kwijt is, is winnaar.
Extra slagen halen levert dus geen extra punten op. maar je kan er zo wel voor zorgen dan andere spelers géén slagen halen en 5 strafpunten ontvangen.
De belangrijkste spelregels op een rij:
Een speler mag tijdens een spel slechts tweemaal achtereen passen. Past men voor de derde achtereenvolgènde maal dan krijgt men 3 strafpunten. Men moet kleur bekennen, kan men dat niet, dan mag men troeven.
Tijdens het spelen wordt het puntenaantal van elke speler bijgehouden; de winstpunten worden afgetrokken, de strafpunten worden opgeteld. De eerste die al zijn punten kwijt is, is de winnaar. Wie nog maar 3 punten over heeft mag niet meer passen.
Een speler die 5 kaarten van één kleur (harten, ruiten, schoppen, klaver) in handen heeft, heeft een kat en krijgt hiervoor 5 winstpunten; een speler met 5 kaarten van de troefkleur heeft een kater en krijgt hiervoor 10 winstpunten. Een kat of een kater wordt pas opengelegd als alle spelers hebben gezegd of ze spelen of passen.
Als iemand 'met de kat' of 'kater' komt, is het spel afgelopen, er worden geen kaarten gespeeld en er wordt opnieuw gedeeld.
Bij het kaartspel Miezelen heet 'met de kat' een 'miezel'.
De punten worden hierboven bij de spelregels al vermeld, maar we zetten ze nog even op een rijtje:
Begin van het spel | 25 punten |
1 slag halen | 1 punt (aftrekken) |
géén slag halen | 5 strafpunten (optellen) |
3e keer passen | 3 strafpunten (optellen) |
Kat (5 van 1 kleur) | 5 punten (aftrekken) |
Kater (5 van troefkleur) | 10 punten (aftrekken) |
Vóór het spel begint, wordt voor elke speler een gelijk aantal punten genoteerd (meestal 25 punten). Door loting wordt de deler bepaald. Deze géeft aan elke speler met de klok mee 5 kaarten (eerst 3 en daarna 2) en deelt ook een extra stel van 5 kaarten dicht op tafel. Deze dichte kaarten op tafel worden ook wel 'de kip' genoemd.
De overgebleven kaarten worden in een stapeltje op tafel gelegd
De deler draait de bovenste kaart om. Deze kaart geeft de troef aan.
De speler links van de gever begint met aangeven wat hij wil doen. Hij / zij heeft 3 opties:
Indien hij wil, mag hij ook zijn kaarten dus ruilen voor het extra stel dat op tafel ligt (de kip). In dit geval moet hij echter spelen. Behoudt hij zijn oorspronkelijke kaarten, dan mag de speler die na hem aan de beurt is, kiezen om de kaarten om te ruilen en zo door tot aan de deler. Nadat iemand de kaarten heeft omgeruild vervalt deze optie, omdat de speler die zijn kaarten ruilde weet welke kaarten hij heeft weggedaan.
Tenslotte is de gever aan de beurt en ook hij mag zijn kaarten omruilen voor die op tafel, indien geen van de spelers vóór hem dit heeft gedaan.
Bovendien mag alleen de deler ook nog één van zijn kaarten ruilen tegen de open troefkaart op tafel. De ingeruilde kaart legt hij dicht op tafel; de oorspronkelijke kleur blijft dus troef.
Er moeten altijd 2 spelers spelen. Dus als je met 4 spelers speelt en de eerste 2 spelers passen, dan moeten de laatste 2 spelers spelen.
Als iemand met de kat komt, is de ronde direct afgelopen. Na het melden van alle spelers of ze meegaan of passen is dus het moment voor de speler met de kat om zijn kaarten open te leggen. De deler heeft met het pakken van de troefkaart van de stapel dus nog een mogelijkheid om een Kater te maken!
De speler links van de deler komt uit met een kaart naar keuze. Andere spelers moeten kleur bekennen. Kunnen ze dat niet, dan mogen ze introeven (niet verplicht). Degene die de hoogste kaart opgooit, wint de slag en begint de volgende slag met het opgooien van een kaart naar keuze.
Men dient in een spel minstens één slag te maken en krijgt hiervoor 1 winstpunt, lukt dat niet dan krijgt men 5 strafpunten.
Miezemauzen is geen moeilijk spel, maar er komt toch enige tactiek bij kijken. Vooral het pesten van andere spelers kan ervoor zorgen dan zij hun puntenaantal niet omlaag weten te krijgen. Ook is het belangrijk om niet te snel te passen, want dat mag maar 2x achter elkaar zonder straf.
Als je miezemauzen voor geld wilt spelen, wint de winnaar een bedrag per punt van de overige spelers. Stel dat jullie voor 20ct per punt spelen en de 3 verliezende spelers nog 2, 8 en 12 punten hebben, dan krijgt de winnaar in totaal 2x 0,20 + 8x 0,20 + 12x 0,20 = 4,40 euro
Deze versie van de miezemauzen spelregels is een algemene versie, gebaseerd op een stoffig kaartspellenboekje uit 1969. Zoals vaker met ouderwetse kaartspellen zijn er verschillende versies die verdeeld over Nederland gespeeld worden. Hier een aantal afwijkende veelgespeelde spelregels van Miezemauzen en Miezelen:
Bekijk hier de spelregels van andere ouderwetse kaartspelletjes